31 mei 2021 Afscheid van een vriend. Nooit gedacht dat ik onze hond mijn vriend zou noemen. Nee, niet dat ik het beest niet kon luchten, maar hoe vaak heb ik haar niet verwenst en vervloekt. Twee van onze gezinsleden noemden zich baasje van de hond. Ik was niet een van die twee. Maar wanneer het erop aankwam dan zat ik wel met het beest opgescheept. Niet echt bevorderlijk voor een goede relatie. Ik had er, dacht ik, meer last dan lust van. Onze hond was echter een echte hond, zoals honden echte honden zijn. Ze kende emoties op een andere manier dan wij en het lijkt bij honden ook niet te blijven plakken. Goed, baasje was boos, maar na 5 minuten is daar niks meer van te merken. Bij de hond welteverstaan. Die gaat ongestoord verder met zijn leventje of er niks gebeurd is. Het is natuurlijk achteraf dat je terugdenkt aan hoe de hond reageerde op alles en nog wat. Ik vermoed dat het haar aan beweging en uitdaging ontbrak. Een jachthond heeft dat nodig. Niet het laatste jaar of zo, nee, ze was toen al sterk achteruit gegaan en dat flitsende zat er niet meer in. Ze kon gewoonweg niet meer. Je merkte wel dat als ze betere momenten had dat ze nog kon rondrennen zoals een jong veulen. Maar die momenten werden met de dag schaarser. Of ze afgezien heeft weet ik niet. Ze was in elk geval erg oncomfortabel de laatste dagen. Dat zag zelfs ik. Het kwam haar gedrag niet echt ten goede dat ze de laatste zes maanden cortisone toegediend kreeg. Haar karakter wijzigde een beetje en ze gaf de indruk van dement te worden. Kwam vaak verward over en begon weer te plassen in huis. Gelukkig was de zoon vaak thuis om de plas op te kuisen maar menigmaal kwam dit taakje mijn kant uit. Verwensingen bleven niet uit. Het deerde de hond niet. Ik denk dat ze door de ouderdom redelijk doof geworden was. Vijftien jaar en 5 maanden heeft ze gehaald. Vanmorgen lag ze bewegingloos op de grond, vlak bij haar etensbakje. De laatste dagen kon ze niet meer eten en stoelgang maken lukte ook niet meer. Ik denk dat haar hart het begeven had. Ze was ook zeer moeilijk te been en gisteren, de laatste dag, wankelde ze en liep overal tegen als ze trachtte een paar passen te zetten. Zielig om te zien. We hebben haar vandaag ook begraven in onze tuin. Dat was niet alleen de wens van mijn vrouw maar ook die van mij. Onder het mom dat ik rugpijn had (klopt deels ook wel) heeft zoonlief de put gedolven. Diep genoeg, zoals het hoort, en onder de notenboom. Daar rust ze nu. Ze was dol op walnoten en at ze met bolster en al. Wat niet zo gunstig was voor haar spijsvertering, maar kennelijk kon ze de link niet leggen tussen wat goed voor haar was en wat ze graag had. Ze is daarin niet alleen. Ik denk dat ik ook zo ben. Ik stelde voor dat ik de put verder zou dichtgooien, maar ergens halverwege werd het me te veel. Bij elke schop aarde die ik in de kuil wierp kwamen er steeds meer herinneringen aan haar naar boven. Net voor ik echt zou beginnen wenen heb ik me omgedraaid, de spade gelaten voor wat ze was en ben weggelopen. Een man mag niet huilen, nietwaar. Toch heb ik al bijna de hele dag tranen in de ogen. M'n vrouw, de zoon en de schoondochter hebben de zaak verder afgemaakt. Toen ik weerkeerde was de put gedicht en waren er al irisen geplant op het graf dat netjes afgeboord was met witte keien en vier paaltjes. Die paaltjes waren mijn idee. Ik wilde laten groeien wat er groeien wilde op het graf en door de paaltjes zou ik later nog kunnen zien waar precies dat gelegen was. Een zitmaaier is snel en onverbiddelijk. En ik wil een herinnering aan onze hond. Grasmaaiers maken geen deel uit van het verhaal. Ik dacht dat dit overlijden als een bevrijding voor me zou komen, maar dat is een diepe teleurstelling. Meer dan 15 jaar met die hond opgescheept zitten kruipt hoe dan ook in je kleren. Ik heb er nu zelfs spijt van dat ze er niet meer is. Gisterenavond zat ik naar de TV te kijken, op mijn vaste stek, en onwillekeurig ging mijn blik regelmatig naar de vaste stek waar de hond altijd lag. Die was leeg. Het is vreemd in huis nu. Ik kan naar de garage gaan en de deur openlaten, niet meer moeten vrezen dat het altijd hongerige beestje me achterna zal zitten om alles wat maar enigszins eetbaar is op te slokken. Steevast en vooral die dingen die ze best niet zou eten. Ik heb het gras afgereden. Dat was eerder therapeutisch bedoeld denk ik, om mijn gedachten even elders te hebben. Weer vreemd dat ik het hek kon laten openstaan zonder schrik te moeten hebben dat de hond de straat op zou lopen. We hebben tijdens haar leven de hond niet kunnen geven wat die nodig had. Dat beestje zat boordevol energie en moest die ergens kwijt kunnen. Vrouw en zoon, de baasjes, gaven haar dat te weinig en ik was te koppig om er iets aan te doen. En het laatste jaar waren zowel de hond als ikzelf te veel afgetakeld om het nog te kunnen (de knieën, weetjewel, zodat wandelen me niet meer afgaat). Zoon en schoondochter gingen er af en toe nog mee wandelen, tot het beestje op een dag door haar achterste poten zakte tijdens zo een wandeling. Ze kon het niet meer aan. Dan maar naar de veearts gegaan en de enige uitweg om haar lijden (ik denk dat ze afzag) wat te verlichten was haar cortisone toe te dienen. Dat veranderde haar manier van doen en ze voelde zich weer puppy. Of werd ze dement, dat kan ook. Ze begon weer te plassen in huis. Hoe vaak heb ik haar daarom niet verwenst. En hoe vaak was ik de enige in huis die alles mocht opkuisen. Ik heb het bewust enkele keren laten liggen, om de twee baasjes te confronteren met wat er gebeurde. Of dat veel uitgehaald heeft weet ik niet. Enkel als de vloerverwarming aan stond moest ik het wel opkuisen omdat dat anders in de vloer zou inbakken. Nee, de hond en ik waren geen vijanden, maar ik kan ook niet zeggen dat ik haar altijd een warm hart toedroeg. Er was een situatie ontstaan waarin we mekaar duldden. En de hond schikte zich daarin. Zoals van een hond verwacht wordt. Ze heeft haar lijden waardig gedragen. Ik weet niet in hoeverre ze afgezien heeft, maar de laatste twee dagen waren verschrikkelijk om aan te zien. De laatste avond kon ze af en toe nog wel stappen, maar ze wankelde op haar poten en liep overal tegen. Ze maakte ook geen stoelgang meer, hoewel haar maag propvol zat en ze plaste ook niet meer. En dan weet je wel dat het einde nabij is. En zoals de legende het wil heeft ze gewacht tot iedereen naar bed was om dan in haar eentje te sterven. 's Morgens hebben we haar zo gevonden, in haar hoekje vlak bij haar voederbakje. Nu hoop ik maar dat mijn vrouw niet opnieuw een hond wil. Ik zou me daar ditmaal veel meer bij betrekken en dat zou me nog meer schuldgevoel geven omdat ik weet dat ik meer voor onze hond, die we pas verloren hebben, zou kunnen gedaan hebben. Het was echter mijn principiële trots die me ervan weerhield om er meer voor te doen. Vrouw en zoon hadden er voor gekozen om een hond in huis te halen en ik was daar faliekant op tegen. Daar was ik erg rechtlijnig in. Zij wilden die hond, dus zij moesten er dan ook maar voor zorgen. Ik weet al lang dat dit een verkeerde opstelling was, zeker ten overstaan van de hond, maar ik kon mezelf er niet toe brengen om meer te doen voor het beest. Mijn autistische trekjes beletten dat. Anders is er geen rechtlijnigheid meer en verlies ik mijn houvast. Het was hun beslissing om een hond in huis te nemen en zij moeten er dan maar de gevolgen van dragen. Wat als er dan toch een nieuwe hond in huis komt? Ik heb al laten verstaan dat ik er dan nog minder voor zal doen, maar nu dat ik terugdenk over het leven van onze hond bij ons denk ik niet dat ik dit zal kunnen hard maken. Ik vrees dat ik dan het heft in handen ga nemen en de hond zal opleiden en naar mijn hand zetten. Wat het dan nog vele malen pijnlijker zal maken de dag dat ook die er niet meer zal zijn. Begrafenissen en afscheid nemen zijn aan mij niet besteed. Toen mijn moeder overleden is voelde ik nog geen fractie van de pijn en het gemis dat ik nu voel. Niet dat ik niet om mijn moeder gaf, integendeel, maar ze was oud genoeg en snakte zelf naar haar einde. Ze is in vrede van ons heengegaan en ik was blij voor haar dat ze eindelijk kreeg wat ze zo graag wou. De hond daarentegen heeft flink afgezien en kon dat moeilijk uiten. Ma kon dat wel. En dat is een heel groot verschil. Ben ik nu blij of niet? Enerzijds zat ik ergens wel te wachten tot de hond er niet meer zou zijn, maar te zien hoe haar laatste levensdagen waren heeft enorm veel sympathie voor haar bij mij opgewekt. De hond bleef rechtlijnig tot haar laatste snik. Dat kan ik waarderen. En het laat diepe sporen na in mijn hart. Een dorp beneden in het dal
Dagen en nachten, de tijd is gevlucht Hier in de sterrennacht Valt een hart in slaap, de dood is gekomen... Want alle vlees is als gras Het is als de bloem op het veld Doornen, rijpe vruchten, boeketten en schoven, Helaas, alles zal verdorren Een klok luidt en luidt En zingt in de wind Obsessief en monotoon OVERZICHT VORIGE VOLGENDE |