Niets op deze website mag gebruikt, gecopieerd of verspreid worden zonder de schriftelijke toestemming van de respectievelijke auteurs.
De auteur neemt geen enkele verantwoordelijkheid voor eventuele fouten die op de website zouden voorkomen.
Voor meer inlichtingen

Cambodia - of het verhaal van een merkwaardig bezoek



Hieronder volgt dan het reisverslag van mevrouw A, mevrouw K en meneer B van hun laatste escapade naar Thailand en Cambodja.
We schrijven oktober 2018.
De lezer weze gewaarschuwd: zoals steeds in mijn reisverslagen beschrijf ik de feiten zoals ik me die herinner.
Of meen te moeten herinneren.



Bovenstaande foto geeft wellicht een goed beeld van Cambodia, licht en donker tegelijk, onbekend en mooi.
Het is een poging om de geest van de Cambodjanen te vatten in één enkel beeld.
Hier dan het relaas van uw reporter ter plaatse.

Wat voorafging

Daar hadden we het weer, dat gevoel dat zo moeilijk te beschrijven is maar dat knaagt aan je als een muis aan een stuk kaas.
De drang om onbekende horizonten te verkennen was weerom sterker dan mezelf en voor ik het wist was er een reis naar Thailand geboekt voor ons drietjes.
Thailand, ja, daar waren we al vaker geweest, maar het is altijd een welkome stop op een voorts vervelende verplaatsing.
Hoewel, echt vervelend was de heenreis niet ditmaal. De dames A en K in het gezelschap geven vaak de voorkeur aan sigarettenrook boven gezonde lucht en een tussenstop in Doha was voor hen dan ook een uitgesproken gelegenheid om de longen snel nog vol te stouwen met allerhande giftige en kankerverwekkende stoffen.
We waren ditmaal vóór vertrek duidelijk overeengekomen dat meneer B niet zou wachten op de dames A en K maar telkens rechtstreeks naar de gate zou stevenen zonder acht te slaan op hoelang hij daar zou moeten wachten. Ja, ik weet het, dit is gewoonweg sterker dan mezelf. Een innerlijke drang die me voortstuwt naar het hol vanwaar de vliegende draak zal opstijgen. Ik wil er gewoonweg goed op tijd zijn en daarmee uit.

En weg zijn we.

Brussel viel nog mee. De dames A en K arriveerden nog netjes binnen het vooropgestelde tijdschema (we zaten in dezelfde wagen op weg naar de luchthaven, vandaar) en niemand die zich druk hoefde te maken. We hebben het ooit wel anders gekend.
De overijverige dame aan de incheckbalie scheen er genoegen in te scheppen om die oudjes even te laten zien wat de regeltjes nu feitelijk waren. Ze heeft haar best gedaan en we hebben haar die 15 minutes of fame gegund.
Uiteindelijk zijn we precies met exact alles wat we bij ons hadden vertrokken, maar dan gewoon een beetje herschikt. En meneer B heeft er nog een draagtas van Qatar Airways bovenop gekregen van de overijverige dame aan de incheckbalie. Was dit gewetenswroeging of medelijden, ik weet het niet, maar ik kon pronken met een draagtas van Qatar Airways en de dames lekker niet.
Vanwaar dan al die heisa? Ik ben geneigd te denken dat de dame in kwestie genoot van haar machtspositie en ons oudjes, die volgens haar wellicht nog nooit buiten hun dorp of gehucht geweest waren, wilde confronteren met de hedendaagse realiteit van het reizen. Missie geslaagd, jongedame. We schateren nog steeds als we aan die episode terugdenken.

Doha daarentegen was andere koek. Mevrouw A en mevrouw K hadden al meer dan 7 uur (stel je voor) zonder de nodige dosis nicotine gezeten. Onze vlucht was met redelijk wat vertraging vertrokken in Brussel maar omdat er per dag verschillende vluchten zijn van Doha naar Bangkok had meneer B gelukkig de laatst mogelijke verbindingsvlucht geboekt in Doha (ervaring, weetjewel) zodat we niet als volwaardige atleten zouden moeten rennen van de ene gate naar de andere.
Die strategie bleek zijn vruchten af te werpen en meneer B verklaarde in eer en geweten aan de dames van het gezelschap dat we rustig van de ene gate naar de andere konden stappen en daar tijdig zouden toekomen om onze volgende vlucht te halen.
Meneer B vreest dat mevrouw K en mevrouw A dit ietwat optimistisch opgevat hadden want in plaats van de gebruikelijke ene sigaret werden het er ditmaal 2. Plus, vermoedt meneer B, het gewoontegetrouwe dames-gepalaver.
Onnodig te zeggen dat roken slecht is voor de gezondheid en dat meneer B aan de gate op hen stond te wachten en, zo bleek, het personeel van de luchtvaartmaatschappij ook. Meneer B kon nog net met de laatste bus mee zo verzekerde men hem, maar men stelde toch de vraag of meneer B wou dat de bagage van de dames K en A in Doha zou blijven. Dit wees meneer B resoluut van de hand. Als ze dan toch zouden stranden in Doha dan kon dat evengoed zonder bagage. Meneer B zou die in Bangkok wel recupereren.
In gedachte speelde dit scenario zich reeds af in zijn hoofd en meneer B was al aan het plannen hoe hij al die bagage op één karretje zou kunnen stapelen en zich zo een weg banen naar de taxi-stand op de luchthaven van Bangkok.
Iedereen op het vliegtuig zat goed vastgesnoerd vertrekkensklaar tot daar plots mevrouw A en mevrouw K vrolijk door het gangpad huppelden richting naar meneer B toe.
We zijn alsnog met z'n drietjes samen toegekomen in Thailand.

Bangkok (1)

We hebben ritjes gemaakt met de wagen in Bangkok. En vastgesteld dat de verkeersopstoppingen er nog steeds tot de mooiste ter wereld behoren.
Stonden we aan te schuiven voor iets wat moet doorgaan voor een verkeerslicht, maar de term "rood licht" dekt de lading beter, en het duurde en het duurde.
Mevrouw K en mevrouw A kregen het zowaar op de heupen en ze besloten om de wachttijd nuttig door te brengen door uit te stappen en op de stoep van de straat ondertussen een sigaretje te roken. Natuurlijk zette de file zich precies op dat ogenblik in gang, tot groot jolijt van meneer B en zijn medepassagiers. Zelden hebben we twee dames zo snel zien rennen, sigaret in de hand, de blik gefixeerd op onze wagen die gestaag vorderde richting verkeerslicht. Onze pret in de wagen werd enigszins getemperd toen het verkeerslicht weer eens voor 10 minuten op rood sprong en mevrouw A en mevrouw K alsnog terug konden instappen.

Cambodja.



Omdat we de buurlanden van Thailand ook wel eens willen bezoeken hebben we na een paar nachtjes Bangkok koers gezet naar Cambodja.
Wat onmiddellijk opvalt en in schril contrast staat met Thailand is de quasi totale afwezigheid van tempels en monniken. Blijkbaar zou een en ander te maken hebben met de Rode Khmer die het zo niet begrepen hadden op tempels en monniken.
En is het nu Cambodja of Cambodia? Ik stel vast dat ik beide schrijfwijzen door mekaar gebruik. Cambodia, met een i, is de Engelse schrijfwijze en Cambodja met een j de Nederlandse. Waarom moeilijk doen?

Eerste vaststelling na aankomst is dat er in Cambodja beduidend meer chaos heerst dan in Thailand of Laos. En het zwerfvuil dat zich overal opstapelt langs de weg is ronduit storend. U weze hierbij gewaarschuwd mocht u zelf een bezoek aan het land overwegen.

Phnom Penh.


Op het dakterras van het hotel kregen we dit te zien van Phnom Penh.

Onze eerste stop was Phnom Penh, het heuveltje van mevrouw Penh dus.
Dit heeft blijkbaar geen uitstaans met de heuveltjes van Erika. Mevrouw Penh vond dat ze wel een heuveltje in haar tuin verdiende en prompt liet ze zich op haar wenken bedienen.
Nu, na zo vele eeuwen, staat het heuveltje er nog en mevrouw Penh heeft op de top ervan een soort pagode gekregen.
Waarbij we geleerd hebben dat "phnom" het Khmer is voor heuvel.


Een buste van mevrouw Penh

Iedereen schreeuwt het zowat uit dat er een geïnstitutionaliseerde corruptie heerst in Cambodja. We hebben daar echter niets van ondervonden. We zijn het land binnengekomen met een e-visum en daar was dan al weinig profijt uit te slaan door de ambtenaar van dienst aan de immigratie. En voorts geen contact gehad met de lokale politie of ambtenarij.
Wél bij het verlaten van het land heeft de immigratiebeambte gevraagd naar een papieren versie van het e-visum van mevrouw A. Waarop meneer B prompt en driftig door zijn papiermassa ging bladeren, waarop de beambte meewarig zei van laat maar zijn joh want ik denk wel dat je het nog hebt en ik kan je dus wellicht toch niks meer maken.
Ook zou Phnom Penh een lustoord zijn voor gauwdieven, maar weerom, ook daar hebben we niets van gemerkt. Maar de verhalen doen wel hardnekkig de ronde. Ze hebben wellicht wel meer dan enige grond van waarheid.

Onze gastvrouw in de stad, Katty, kon het wel smaken dat we de taal van Molière min of meer machtig zijn en ze praatte ronduit over haar leven en haar ervaringen. Dat leven en die ervaringen waren niet altijd even prettig maar wel bijzonder boeiend om aan te horen.
Wat opviel is dat Phnom Penh veel uitgebreider is dan meneer B had durven dromen. Gelukkig kan men er een tuk-tuk voor een hele of halve dag huren aan een haalbare prijs (met dank aan Katty). De bestuurder brengt je dan zonder morren naar elke bestemming die je hem opgeeft. Of tenminste toch naar de bestemming die hij meent dat jij hem opgegeven hebt.
Dat leidt soms wel tot onbedoelde sightseeing, maar op die manier krijg je wel delen van Phnom Penh te zien waar je anders nooit zou komen.
Vriendelijkheid staat hoog in het vaandel geschreven bij de Cambodjanen. Dat hebben steeds weer mogen ondervinden.

S-21

De recente geschiedenis van Cambodja echter is niet erg fraai te noemen en had niets vandoen met vriendelijkheid. Overal kom je er nog littekens en getuigen van tegen. Een bezoek aan het beruchte S-21, voorheen een school, hoort dan ook op iedere bezoeker zijn lijstje te staan.
Niet voor gevoelige zielen echter. Bereid je voor op een schok en een confrontatie met een werkelijkheid die je niet voor mogelijk houdt. De wreedheden die er gebeurd zijn tarten elke verbeelding. En de vraag die steeds weer opduikt is : Waarom?


Een zicht binnen op de koer van de beruchte gevangenis S-21

Ik heb me de dagen nadien dikwijls afgevraagd hoe je zulk gedrag kunt noemen. Bestialiteiten zit er wellicht het dichtst bij, hoewel ik er van overtuigd ben dat beesten nooit zulk onnodig wreed gedrag zullen vertonen. Elke vorm van moraliteit was in S-21 weggevallen.
De bewakers hebben hun slachtoffers netjes genummerd en voor ze een einde maakten aan hun lijden er dikwijls een foto van genomen. Als ik af ga op de apathische, uitdrukkingsloze gezichten op die foto's dan vraag ik me af hoe men ze in die staat gekregen heeft na al de folteringen die ze voorafgaand hadden ondergaan. Weet bv dat een man op een van de foto's zijn nummer opgespeld kreeg en als men wat beter kijkt ziet men dat de speld dwars door het spierweefsel van zijn borst gestoken werd.
Er was één foto bij, van een jong meisje, waar men op haar gezicht echt de gruwel kon aflezen van wat er zich moet hebben afgespeeld. Ik heb echt moeite om die blik uit mijn geheugen te bannen.



Mocht de lust u bekruipen om foto’s van de slachtoffers van S-21 te bekijken, surf dan naar: https://gsp.yale.edu/cgp/gallery/cts
Meer info op: http://www.killingfieldsmuseum.com/s21-victims.html

Ongeveer 14000 mensen werden S-21 binnengeleid en slechts 7 kwamen er weer levend uit... Drie ervan heb ik persoonlijk mogen ontmoeten. De andere vier zijn ondertussen overleden.
Tot op heden blijven echter veel Cambodjanen geloven dat er ook iets goeds zat in het regime van de Rode Khmer, wat ook niet helemaal onterecht is als men de voorgeschiedenis van het land er bij neemt, en dat verklaart dan ook deels waarom verschillende van de vroegere kopstukken zo lang ongemoeid gelaten werden na de inval van de Vietnamezen, die een eind gemaakt hebben aan het regime.
De daden van het regime van de Rode Khmer kunnen echter niet worden goedgepraat. Geen enkele reden, hoe legitiem die ook mag lijken, kan de slachting onder de bevolking verantwoorden.
(update 16 november 2018: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/11/16/stokoude-leiders-rode-khmer-krijgen-levenslangs-voor-genocide-in/)
De schrik voor een Vietnamisering van Cambodja zit nog steeds diep geworteld bij de bevolking. En ondertussen kopen de Chinezen het land systematisch op...

Het verkeer in Phnom Penh lijkt een eigen bestaan te leiden waarbij alles een beetje verloopt volgens het humeur van de een of andere goddelijke voorzienigheid.
De legende zegt dat er verkeersregels zouden bestaan in Cambodja, maar wij ondervonden al snel dat dit eerder verkeerssuggesties zijn. Het recht van de grootste lijkt iedere andere regel te domineren. Verkeerslichten worden dan eens genegeerd, dan weer gerespecteerd (tot op zeker niveau althans) en we hebben niet kunnen ontcijferen wat de code hierachter was.
Gelukkig ligt de gemiddelde snelheid in Phnom Penh niet boven de 30 km per uur vanwege de verkeersdrukte. Je kan de hele stad dus als een (wellicht onbedoelde) zone 30 beschouwen.

Kampot

Na Phnom Penh was het tijd om het landelijke deel van Cambodja te bezoeken. Hoewel Kampot een stadje is waren we er gelogeerd op een eiland in de buurt, aan de andere kant van de oever van de rivier die langs het stadje stroomt. Fish Island.

Geen airco in de houten gebouwtjes, maar dat stoorde niet echt: we zetten in de tropen de airco ‘s nachts hoe dan ook toch op 28°C.
De vriendelijkheid van het echtpaar, Leng en Duk, dat ons verwelkomde in hun rijk was overweldigend. Die mensen deden echt hun best en waren super vriendelijk. We hebben er van ons verblijf genoten.
Ook de gratis fietsen voor de gasten die ze aanboden kwamen goed van pas. We hebben er een ritje op het eiland mee gemaakt en iedereen die we tegenkwamen wierp ons een vriendelijk "hello" toe. Taferelen die we nog zelden meemaken.
Laat het gezegd zijn dat Cambodjanen erg vriendelijke lui zijn.

Onderweg kwamen we ook een zoutwinning tegen. Zeewater wordt op aangestampte grond verdampt en wat overblijft is zout.
De dame die op het land stond te werken had er geen bezwaar tegen dat we wat dichterbij kwamen om foto's te nemen.



Meneer B, een ervaren rot in het bewandelen van rijst- en zoutvelden, ging zonder nadenken over de hiervoor bedoelde aarden dammetjes die de verschillende velden van mekaar scheiden en kwam met droge voeten ter bestemming.
Mevrouw K echter koos ervoor om het principe te volgen dat de kortste weg tussen twee punten een rechte is. Dit resulteerde in een voet-modderbad en meneer B vond dat wel leuk. Mevrouw K weet ondertussen ook dat de aarden dammetjes niet enkel dienen om water te scheiden in vakken.

Op het eilandje was er ook een dorp waar Khmer en Moslims in goede verstandhouding naast mekaar leven. Laat ons hopen dat dit zo blijft.



Kampot is gekend voor zijn peper. Geen Spaanse pepers oftewel chilipepers, maar de echte huis-tuin-en-keuken peper zoals we die al sinds grootmoeders tijd kennen.
Of die nu echt beter smaakt dan wat we gewend zijn laat meneer B aan het oordeel van de kenners over.
Mevrouw A werd er in ieder geval lyrisch van.

Sihanoukville

Bij het boeken van een verblijf in Sihanoukville is meneer B op de naam en faam van de stad afgegaan eerder dan op een realiteit, zo bleek.
Niet dat we er slecht gelogeerd zaten of dat de mensen er niet vriendelijk waren, verre van, maar nergens komt meer tot uiting dan in Sihanoukville dat Cambodja erg vuil is en uitverkocht wordt aan de Chinezen. Ze zitten echt overal, die Chinezen, en kopen alle vastgoed op aan de meest onrealistisch hoge bedragen. Er wordt beweerd dat heel Cambodja één grote witwasoperatie is voor de Chinezen die anders geen blijf weten met hun zwart geld. Dat laatste kan meneer B natuurlijk bevestigen noch ontkennen.

Ergens zou je dan denken of tenminste toch hopen dat men op al die Chinese bouwwerven Cambodjaans personeel zou inzetten, maar niets is minder waar. De werkers op die Chinese bouwwerven zijn quasi uitsluitend Chinezen. Al dan niet met een werkvergunning.
De Cambodjanen klagen ook steen en been dat de Chinese chauffeurs niet over een geldig rijbewijs zouden beschikken en voor chaos zorgen in het verkeer. Of dat laatste klopt weet meneer B niet want hem lijkt het toe dat ook zonder de hulp van de Chinese chauffeurs de Cambodjanen er een zootje vanjewelste van maken.
Het zit de modale Cambodjaan evenwel duidelijk hoog dat hun land aan een rotvaart aan China wordt verkocht. En datzelfde verhaal kom je overal  in Cambodja tegen.

Ons logement, Om Home, lag op een boogscheut van het strand in wat eens rijstvelden waren. Men had er bewust voor gekozen om zo veel mogelijk van de originele begroeiing intact te laten. Dat bracht evenwel met zich mee dat niet enkel de flora er welig tierde, ook de fauna bleek er zich erg thuis te voelen.
Dat laatste hebben we vooral meegemaakt tijdens een tropische regenbui waarbij het meertje van de buren (een uit de kluiten gewassen visvijver eigenlijk) begon over te lopen en de aquatische bewoners ervan hebben onmiddellijk gebruik gemaakt van deze tijdelijk gebiedsuitbreiding. We kregen bezoek van menige zoetwaterkrab, kleine vissen, kikkers, een gekko met blauwe stippen op z'n rug en zowaar een heuse bruine waterslang die parmantig voorbij gezwommen kwam. Slangetje eigenlijk want het beestje was hooguit een halve meter lang. Volgens opzoekingswerk dat meneer B ter plaatse verrichtte zou het diertje licht giftig zijn maar eigenlijk onschadelijk voor de mens en zich voornamelijk voeden met kikkers.
Waarom mevrouw A en mevrouw K zo paniekerig deden omwille van dat slangetje is nog steeds niet duidelijk. Het beestje had meer schrik van ons dan wij van hem of haar.

Otres Beach, het gedeelte van Sihanoukville waar wij zaten, werd geregeld geplaagd door stroomuitval. Niks dramatisch, want na één of twee uur kwam de elektriciteit meestal wel terug.
Op een zwoele tropische avond echter leek het of slechts enkele huizen plots zonder stroom gevallen waren. Aan de overkant van de straat brandde het licht nog volop.
Tijd dus om gewapend met het led-lichtje dat op de afstandsbediening van de airco zat, een inspectie te doen in onze straat.
Inderdaad, ja, al spoedig bleek dat de ene kant van de straat elektriciteit had en de andere kant niet.
Een opmerkzame jongedame op een motorfiets zag van ver meewarig mijn verwoede pogingen om met mijn ledlichtje massa's meer elektriciteit te vinden. Ze ontstak de koplamp van haar motorfietsje en kwam netjes op meneer B aangetuft. Het zien van zo een goddelijk schepsel op een motorfiets dat daarenboven blijkbaar ook nog erg inzat met zijn queeste naar elektriciteit deed hem besluiten om het gesprek dat ze spontaan met hem begon niet zo maar abrupt af te breken.

 
Zo meent meneer B zich de jongedame in kwestie te moeten herinneren.
(foto met dank aan Allef Vinicius)

Ze wilde weten wat meneer B daar deed, zo in z'n eentje in het donker en ze vroeg zich af of het niet beter was dat meneer B vanachter op haar motorfietsje zou springen om samen met haar een ritje te maken.
Gezien het onevenredig grote gewichtsverschil tussen hen beiden en meneer B niet wilde dat het kind amechtig zou worden bij het voelen van zijn spieren (of vetlaag zo je wil) tegen haar frêle lichaam leek het hem dan ook verstandiger om die uitnodiging beleefd doch kordaat af te slaan.
Meneer B had trouwens genoeg gezien. Van de elektriciteitspanne welteverstaan, en besloot dan ook om terug te keren naar vrouw en haard even verderop in de straat.
Het lieve meisje was kennelijk erg bezorgd om zijn welzijn en ze kwam hem prompt achterna. Ze plaatste zichzelf en haar motorfietsje dwars over de baan en sneed hem zo de pas af. Onnodig te zeggen dat meneer B geschrokken was door dit plotse manoeuvre, waardoor hij nogal dicht in de buurt van haar gezicht tot stilstand kwam en volop kennis maakte met haar prettige aroma. Wat rook ze goed. (meneer B, blijf maar dromen hé).
Het leek er dus op dat de ondernemende jongedame van geen wijken wilde weten. Tijd om een gesprek met wat meer diepgang aan te knopen.
Ze vroeg, nee, wat zeg ik, ze eiste dat meneer B achter op haar motorfiets zou plaatsnemen. De verleiding was groot, maar de wil was sterk. Meneer B was tenslotte op zoek naar elektriciteit en niet naar een jonge deerne op een motorfiets. Er volgde zowaar een kleine conversatie:

    zij: Where do you go?
    meneer B: Back to my home.
    zij: What you want?
    meneer B: Electricity. Do you have electricity?
    Waarop haar ogen groot werden en er een zwoele, ietwat langgerekte "Yeeees" volgde.

Bij nadere beschouwing leek het meneer B toe dat de jongedame inderdaad in staat zou zijn om hem een volle lading elektriciteit te leveren. Maar een man moet zijn vrouw en kroost in gedachten houden en het wilde-wijven-spel zonder meer afwijzen.
Meneer B kon wel een welgemeende glimlach op zijn lippen toveren en was in de waan dat daarmee de kous af zou zijn. Dus zette hij geheel onbaatzuchtig zijn weg verder naar de wachtende dames K en A.
Juffrouw motorfiets had dit echter niet zo begrepen en ze startte haar brommertje vliegensvlug om hem weer op de hielen te zitten. Binnen de kortste keren had ze hem weer ingehaald en toen realiseerde meneer B zich dat hij net voor de ingang van zijn verblijf stond. Zelfzeker stapte meneer B met rasse schreden de oprit op en dat bleek voldoende te zijn om het engeltje op straat te houden.
Home sweet home.
Maar wat rook ze lekker...

Siem Reap

Het begon stilaan te dagen dat de rit van Sihanoukville naar Siem Reap (spreek uit: si-ehm ri-ap) onvergetelijk maar ook ontiegelijk lang zou worden. Dames K en A waren het dan ook roerend eens met meneer B dat het gezelschap wellicht beter voor het vliegtuig zouden kiezen.
De vlucht verliep rimpelloos en zoals afgesproken bij de reservatie van het hotel stond een enthousiaste Siem Reaper ons aan de luchthaven op te wachten met zijn "remork", het Cambodjaanse equivalent van een Thaise tuk tuk.
Zo een remork is eigenlijk een bromfiets waar op een handige manier een karretje is aan vastgekoppeld. Onvoorstelbaar wat men daarmee allemaal kan vervoeren. Wij met z'n drietjes plus onze bagage gingen er vlot in en Khempang, onze chauffeur van dienst, tufte aan een gezapig gangetje richting hotel.

De bedoeling van dit gratis ritje naar het hotel was natuurlijk om ons te strikken voor vervoer naar de beroemde ruïnes van Angkor Wat in de komende dagen. Ach wat, de man leek ons heel eerlijk en we hebben dan ook van zijn aanbod gebruik gemaakt.
Ons hotel lag op wandelafstand van het centrum van Siem Reap, maar toch op zo'n vette 15 tot 20 km verwijderd van de ruïnes. Een enkele dappere westerling waagt er zich aan om die afstand met de fiets te overbruggen, maar ons leek het toch stukken comfortabeler om dit met een remork te doen.
Siem Reap is bekend voor het tempelcomplex Angkor Wat. Dat is eigenlijk een erg groot domein waarvoor je ingangsgeld dient te betalen. En ja, er zijn menige controleposten waar men je ticket controleert.
Je laat je dan ook best rondvoeren van de ene tempel naar de andere, of je kiest er voor om dat per fiets of motorfiets te doen. Te voet is ook mogelijk, maar de afstanden tussen twee bezienswaardigheden zijn nogal aanzienlijk, zeker bij 35°C. Wij natuurlijk met de remork.



De tempels zijn nog steeds prachtig en kunnen gerust een wereldwonder genoemd worden.
In één van die tempels stuitte meneer B op een stokoud, dubbel geplooid dametje dat daar maar wat in zichzelf zat te mompelen.



Bleek dat ze gelukbrengende armbandjes verkocht en meneer B zag biljetten van 1 dollar in haar geldbakje liggen.
Voor 1 dollar een portie geluk toegemeten krijgen leek meneer B een koopje en gelijk werd het dametje gevraagd om met de ceremonie te beginnen.
Hieronder volgt een vrije vertaling van het gesprek tussen meneer B (Vlaams) en het dametje D (Khmer).

B: Mevrouw, kan u er even voor zorgen dat me bergen geluk te beurt zullen vallen?
D: Steek uw poot maar eens uit, dan kunnen we beginnen.
D voegde onmiddellijk de daad bij het woord en gaf een rukje aan B's arm voor dat die aan ontsnappen kon denken.
D begon over B's arm te wrijven en de wrijvende beweging ging steeds hoger, richting schouder en hoofd.
D: Doet uw klak eens af manneke want ik wil ook over uwe kop wrijven.
B gehoorzaamde als een bliksemschicht en voor hij goed besefte wat er gebeurde was D met haar oude eeltige handen over zijn vrijwel kale knikker aan het wrijven.
Het ritueel ging verder in stilte en D begon de boze geesten die ze op meneer B’s voorarm verzameld had met een vlugge beweging van hem af te schudden.
D kreeg een lachje op haar gezicht en keek B stralend in de ogen.
D was duidelijk in haar nopjes over haar werk.
B kon enkel maar vermoeden dat dit ofwel een makkie geweest was of dat D in één vloeiende beweging zo veel kwaad van B had verwijderd dat ze er zelf apetrots op was.
Tot slot bond D een paar draadjes wol (het kan ook katoen geweest zijn) om B's rechter voorpoot en de klus was geklaard. Het vermoeden rijst dat dit touwtje moet beletten dat de boze geesten snel zouden terug komen.
B bedankte D door een papiertje van één dollar in haar lade te laten vallen waarop D wederom een stralende glimlach op haar gezicht toverde.
Wat kan het leven soms toch ontzettend eenvoudig zijn.

Het initiële plan was dat we, afgaande op onze eerdere ervaringen in Laos, onze verplaatsingen binnen Cambodja met het openbaar vervoer zouden doen. Al vrij snel kwamen we erachter dat dit wel eens voor problemen zou kunnen zorgen. We hadden namelijk gezien hoe zo een mini-van wordt volgestouwd en onze motivatie om op die wijze van reizen het land door te trekken verdween als sneeuw voor de zon. Wanneer wij er van uitgaan dat de koffer van de mini-van reeds proppensvol is, dan kan daar blijkbaar gerust nog een halve meter bij. Die lading bengelt dan onder het openstaande kofferdeksel. Daar wordt dan nog eens een motorfiets aan vastgebonden en links en rechts daarvan hangt dan nog een stel kippen ondersteboven aan de poten opgeknoopt.

Met de bus zou alleen maar erger zijn vreesden we, zodat we beslisten dat een privé wagen met chauffeur wellicht de verstandigste oplossing zou zijn. Trouwens in Cambodja een betaalbare oplossing.
Waarbij we ook opmerkten dat het automerk Lexus de voorkeur geniet bij de Cambodjanen en de SUV's er veruit in de meerderheid zijn. Meneer B houdt wel van de mahoniehouten afwerking van zo een Lexus.

De hele, tot voor kort verborgen stad, wordt gemakkelijkheidshalve Angkor Wat genoemd. Angkor Wat echter is ook de naam van de meest prominente tempel in het hele complex. En blijkbaar is het mogelijk om in die tempel verloren te lopen.
Mevrouw K mag die pluim op haar hoed steken.
Het weerzien daarna met mevrouw A en meneer B was eventjes emotioneel. We waren met z'n allen dan ook dolgelukkig dat alles goed afgelopen was en dat we mekaar terug gevonden hadden.
Hoewel meneer B zich nog steeds afvraagt hoe het mogelijk is om in die tempel te verdwalen. Mevrouw K heeft blijkbaar gaven die wij niet bezitten.

Ons bezoek aan Cambodja zat er op en we vlogen terug naar Bangkok, Thailand.

Thailand



Bij het terug binnenkomen van Thailand was er, gewoontegetrouw, een lange file aan de immigratiepost. Mevrouw K en A konden snel als de wind aan een pas geopend loket aanschuiven en kregen er hun stempeltje terwijl meneer B meende dat het gezinnetje dat voor hem stond aan te schuiven ook wel snel door de controle zou geraken. Dat laatste bleek evenwel een wensdroom te zijn.
Bij het binnenkomen van Thailand dient men een formuliertje ingevuld te hebben waarop men ook het adres in Thailand dient op te geven.
Het gezinnetje voor meneer B had daar niets ingevuld en de beambte deed daar moeilijk over. Muggenzifterij dus want men kan en mag bij het buitengaan van de luchthaven van gedacht veranderen en een ander verblijf kiezen.
De dame van het gezelschap zette zich aan het denken en ze herinnerde zich plots dat het adres Soi 20 was. Voor de leken onder jullie, Soi 20 wil zo veel zeggen als Zijstraat 20. Er zijn tientallen, misschien wel honderden "Zijstraten" met het nummer 20 in Bangkok.
Het gezicht van de beambte (en zijn collega's) veranderde in een brede grijns. Meneer B denk dat ze net niet in schaterlachen uitbarstten. Het duurde even vooraleer er een gangbaar adres tevoorschijn werd getoverd.
Meneer B kwam wel met de nodige vertraging door de paspoortcontrole.

Bangkok (2)

Er is weinig dat het gezelschap nog niet ondernomen heeft in Bangkok en daar is verder dus eigenlijk weinig over te zeggen.
We zitten er gelogeerd in Bang Khen, een district vlak bij de luchthaven Don Mueang. Dat is de oude luchthaven dus, want Bangkok heeft er tegenwoordig twee.
We zetten dan ook gezwind koers naar Chieng Mai. En nee, niet Chiang Mai, want in het Thai staat daar een "èh" en geen "ah". De klungel die het Thaise alfabet ooit romaniseerde was duidelijk ergens in het zuiden van de VS opgegroeid.
De naam van de tweede luchthaven in Bangkok is trouwens Suwannabhum, en niet Suvarnabhumi, zoals overal geschreven staat. Net zoals de familienaam van de vorige (en verkozen) eerste minister Shinawat was en niet Shinawatra.
Het Thaise schrift gebruikt vaak letters die niet altijd echt nodig zijn en niet uitgesproken worden en elke Thai weet dat. Bij het romaniseren van het Thaise schrift wordt er soms geen rekening gehouden met die extra letters die dus niet uitgesproken worden (soms wel, begrijpe wie kan) en men gaat er van uit dat iedere westerling daar van op de hoogte is. Je komt er soms wel erg idioot mee over als je tracht iets moois te maken van het woord dat je leest. De Thai begrijpen dan vaak niet waar je het dan over hebt. Meneer B heeft zo ooit een glas water gekregen terwijl hij eigenlijk een kom noedelsoep bestelde...

Chieng Mai

Het toeval wil dat het gezelschap ook de stad Chieng Mai reeds zo vaak aangedaan heeft dat we ook hier eigenlijk niet goed meer weten waar we nog naartoe kunnen zonder in herhaling te vallen. We vallen dan soms maar in herhaling en ontdekken toch steeds nog verborgen pareltjes. Meer hierover  via deze link.
Ditmaal echter stond de provincie Mae Hong Son op het menu. We vertrokken dus zo snel mogelijk van Chieng Mai naar Mae Hong Son.

Pai

De weg van Chieng Mai naar Mae Hong Son loopt via het leuke stadje Pai.
Pai is tegenwoordig vooral in trek bij de nieuwe hippies. Je komt er in de regel dan ook enkel toeristen tegen die in leeftijd schommelen tussen de 20 en 35 jaar.
Dient het gezegd dat we een beetje uit de toon vielen wanneer we ons tussen al dat jong geweld begaven?
Gai, onze gids en chauffeur, kent wel iemand in elk dorp waar we passeerden en zo ook in Pai. Een vriendin van zijn vrouw had er een restaurantje en dat wilden we wel eens proberen.
Bleek dat dit restaurant uitgebaat werd door twee hippe, ietwat oudere dames met rasta’s. Ze hadden het blijkbaar ook hoog op met weed, want overal in het restaurantje, annex winkeltje, annex guest house, waren er verwijzingen naar het gewas te vinden.



Of ze konden koken en we lekker gegeten hadden? Jazeker.
De dames waren in hun nopjes met dit onverwachte bezoek en ze amuseerden zich kennelijk in hun keukentje. De TV stond er luid te spelen en het nieuws van het overlijden van de baas van King Power werd er uitvoerig besproken.
Tot de (Zweedse) echtgenoot van één van de dames binnenkwam en nors vroeg of ze naar het nieuws aan het kijken waren. Natuurlijk niet en snel werd de TV dan maar afgezet.
Meneer Zweed ging dan even nors en met zijn rug naar ons toe aan een tafeltje wat verderop zitten en wachtte tot zijn slavinnen hem het eten serveerden.
We hebben ooit al betere PR gesmaakt.


Het winkeltje dat de dames uitbaten.

Mae Hong Son

Mae Hong Son staat erom bekend dat dit veruit de meest ongerepte provincie van Thailand is voor wat betreft het natuurschoon.
De weg van Chieng Mai naar Mae Hong Son loopt door prachtig en min of meer ongerept natuurschoon. Wat de argeloze reiziger die zich niet goed voorbereid heeft wel eens zuur zou kunnen opbreken is dat die weg door heuvelachtig landschap gaat en maar liefst 1864 bochten telt.



Wie wagenziek wordt neemt best op voorhand zijn pilletjes in.
Op weg van Pai naar Mae Hong Son kwamen we een rijstveld tegen waar men volop bezig was om de rijst te oogsten.
Dit oogsten gebeurde manueel, met een sikkel. De mannen en vrouwen die dit taakje op zich genomen hadden zagen het gelukkig wel zitten dat twee door de fotografie gebeten vreemdelingen hun werk wilden vereeuwigen.




Bij zo veel wederzijdse genegenheid kon een verbroedering dan ook niet lang op zich laten wachten.

Tijdens ons verblijf in Mae Hong Son hebben we ook kennis gemaakt met een stukje Amerikaanse cultuur. De eigenaars van het guest house hadden zich namelijk een hond aangeschaft: een American Bully.
De naam van het ras klinkt schrikwekkend en het zicht ervan doet je in eerste instantie besluiten om er in een grote boog omheen te gaan.
Wat men daarbij vergeet is dat dit ras gekweekt wordt om als huisdier te dienen en zeer kindvriendelijk is. We willen daarbij simultaan ook veronderstellen dat diezelfde hond ook ouderlingen-vriendelijk is.
Niemand werd gebeten. De hond heeft nooit gegromd of geblaft. Eigenlijk hebben we nog nooit een zulke tamzak van een hond gezien in ons leven.
Mevrouw K heeft het beest vereeuwigd tijdens zijn ontbijt.



Te lui en te leeg op zelfs maar zijn kop op te heffen om te eten. Af en toe deed het beest wat moeite en zag men de tong naar buiten komen in een poging om wat van de hondenbrokken op te likken. Meer activiteit legde hij niet aan de dag.
En de naam van die hond? Samson !

Mae Hong Son kan rekenen op een aantal warmwaterbronnen. Deze zijn niet ongewoon in noord Thailand en komen er wel op meerdere plaatsen voor.
Wat zo speciaal was aan deze bepaalde warmwaterbron is dat men hier een modderbad kan nemen in de zwavelhoudende modder.
De meeste vrouwen nemen het verhaal dat dit goed is voor je huid onvoorwaardelijk aan en storten zich met de glimlach in de modder.
De meeste vrouwen, maar niet allemaal. Mevrouw K stond erg weigerachtig tegenover het hele verhaal (en het prijskaartje dat eraan vastzat) en besloten werd dan maar dat mevrouw A de eer te beurt viel om op ontdekking te gaan naar de helende eigenschappen van de bewuste modder.



Dat leverde dan dit prachtige zicht op.
Let aub op de bananenbomen en de mooie zitbank op het terras. Schitterend, nietwaar?

Mae La Noi

In Mae Hong Song provincie ligt het slaperige stadje Mae La Noi, verscholen tussen de heuvels en verstoken van hordes toeristen.
Kortom, een stadje zoals je wenst dat er nog vele zijn en waar je rustig kan rondkuieren onder de al dan niet goedkeurende blikken van de plaatselijke bevolking.
Bleek trouwens ook dat het net de dag dat wij er toekwamen er de jaarmarkt gehouden werd. Jaarmarkten worden in de regel eenmaal per jaar gehouden. Dat kenmerkt nu net een jaarmarkt.
Reden genoeg dus om het zaakje te verkennen en ons te mengen tussen de drommen locals die de markt overspoelden.


Deze vrolijke jongedames deden hun inkopen van groenten.


Deze dame bekeek het hele gebeuren met een filosofische blik.


Jeanne en Eufrasie keuren de groenten.


Duidelijk tevreden over de aankoop.


Op de terugweg naar ons verblijf ontmoetten we een leuke oude man die best wel zin had in een praatje met ons.



Mevrouw K was gefascineerd door de man zijn blauwe ogen.
Bleek dat hij het resultaat was van een vader uit Bangladesh en een Thaise moeder. Hij was ondertussen 82.
Tijdens het gesprek kregen we te horen dat: “Ik hoor niet meer goed zulle manneke (doelde op meneer B) maar ik zie nog goed hoor.”
Het is meneer B nog steeds niet duidelijk of hij daarmee zijn nog goede ogen aanprees of dat hij hem waarschuwde om geen streken met hem uit te halen.
Nu weet ik uit goede bron dat meneer B een zachtaardige man is die het niet in zijn hoofd zou halen om streken uit te halen met een sympathieke oude man.
Zou hij nooit doen.
Nooit.

Zo, dit is wel genoeg. Blij dat u tot hier gelezen hebt.
Groetjes,
meneer B

Waar we verbleven:

Bangkok: Gems Park (waar we al zo vaak verbleven hebben)


Phnom Penh: Lalune Hotel (zeer warm aanbevolen)


Kampot: Fish Island Bungalows (uiterst hartelijke ontvangst en vriendelijke uitbaters)


Sihanoukville: Om Home (uitgebaat door een leuke, ietwat eigenzinnige, niet meer zo jonge en avontuurlijke Canadese dame - zeker de moeite waard)


Siem Reap: Le Tigre Hotel


Chieng Mai: Ninehouse (een aanrader - een echte thuis terwijl je op reis bent)


Pai: Baan Aew (Rustig gelegen en toch niet ver van het centrum)


Mae Hong Son: Palmhouse


Mae La Noi: Herntai Resort (de moeite waard)