Zomer 2021

    11. Tijd is van alle tijden.

Het begin van de redenering over de oorsprong van tijd startte met de aanname dat er een lege ruimte zou bestaan en buiten dat niets anders.
Om die redenering in gang te zetten is dit een prachtig instrument, maar we beseffen dat zo een lege ruimte op zich niet kan bestaan. Een lege ruimte, en enkel een lege ruimte, bestaat niet.
Dit maakt de redenering daarom niet ongeldig.
Eenmaal we vastgesteld hebben dat tijd in feite (elementaire) entropie is maakt het niet uit of de lege ruimte kan bestaan of ooit bestaan heeft. Het verhaal krijgt hier een esoterisch kantje. Een kantje dat ook ik niet kan wegwerken.

Zelfs in de lege ruimte die we ons voorstelden is er nog steeds de wetenschap dat ons universum bestaat (ik schrijf dus ik ben) en dat daar entropie aanwezig is. En waar entropie is, bestaat de tijd. Hoewel er dus in beginsel geen klok is in een lege ruimte bestaat er wel degelijk elders een klok.
Of er ooit een situatie bestaan heeft waar er werkelijk niets was dan een lege ruimte is niet te achterhalen. En zelfs al zou alles wat niet lege ruimte is zich op een gegeven ogenblik in een parallel universum bevinden, dan nog zou "tijd" bestaan in dat parallel universum. Tenzij natuurlijk dat er daar geen entropie zou bestaan...

Of het vraagstuk van eeuwigheid hiermee opgelost is valt te betwijfelen. Ik meen wel dat ik een forse aanzet gegeven heb om begrippen zoals lege ruimte, BO, oneindigheid en tijd meer verankering te geven.

Ik begrijp dat veel passages in mijn tekst erg summier zijn en wellicht uitgebreide toelichting vereisen. Ik ben meer dan 40 jaar bezig geweest met het samenstellen van deze tekst die reeds menigmaal werd herschreven. En wie weet, misschien dat ik ooit hier en daar wat verduidelijkingen zal aanbrengen. We hebben tijd.


Update 11 mei 2024.
Hieronder volgt dan een wel erg gewaagde theorie. Eerder een filosofisch denken waarmee je eigenlijk alle kanten uitkan. Ook richting nonsens. Je bent dus gewaarschuwd.



Niet gehinderd door enige academische restricties maar gebaseerd op, in mijn ogen althans, pure logica voeg ik hier een stelling toe aan mijn toch al gewaagde voorgaande stellingen.
Wat me al langer intrigeert is de "big bang theory". Nee, ik bedoel niet die TV serie waar Sheldon het voor het zeggen heeft maar de theorie die werd vooropgesteld door Lemaitre.
Waar het op neerkomt is dat er in den beginne een super dicht opeengepakt ding was dat het op een dag niet meer zag zitten en uit mekaar knalde met als gevolg dat dit ons huidige universum vormde. Alles wat we rondom ons zien zou uit dit ene ontzettend dicht op mekaar gepakte ding (een singulariteit) voortgekomen zijn. Waarbij ik me gelijk de vraag stel hoe groot die singulariteit dan geweest moet zijn, want dat moet afmetingen gehad hebben.
Wiskundig is daar zeker iets voor te zeggen, maar zoals wel vaker gebeurt betekent dit niet dat de wiskunde ook overeenstemt met de realiteit van het leven. Sta me toe een alternatief en erg gewaagd voorstel te doen. En ik besef heel goed dat ik er met mijn redenering ook compleet naast kan zitten. Maar toch...

Ik heb het er in een van de vorige paragrafen al over gehad dat wiskundig gezien 1 - 1 = 0. Dit klopt, binnen de wiskunde, als een bus. Toch bleef en blijf ik met de prangende vraag zitten: waar is die 1 dan naartoe? Als ik de wet van behoud van energie erbij sleur dan is die 1 niet weg maar waar is ze dan wel? Als we dit als fysische objecten even aanschouwelijk voorstellen dan zou het er als volgt uitzien: Ik heb een appel. Ik neem die appel weg en dan houd ik niets over. Zo simpel is dat.
Let op, ik houd niets over, maar betekent dit ook dat de appel of de restanten ervan niet meer bestaan? Waar is die appel naartoe?

Wanneer je dit transposeert naar deeltjes, waarvan men in een deeltjesversneller kan vaststellen dat een aantal van de aldaar opgewekte deeltjes inderdaad na zeer korte tijd weer verdwijnen dan kan je je ook de vraag stellen waar ze dan vandaan gekomen zijn en waar ze nadien dan naartoe gaan. Die alsdus opgewekte deeltjes, zo kan men stellen, werden gevormd door het samenvoegen of splijten van andere deeltjes of, waarom niet, ontstaan uit pure energie die omgezet werd naar een deeltje (geen idee of men daar al aan toe is). Wanneer dat aldus opgewekte deeltje dan weer verdwijnt dan keert dat (wellicht) weer naar de toestand waarin alles zich bevond voor het nieuw gevormde deeltje ontstond. Of niet.

Maar, en nu komt het, zou het kunnen dat men ook deeltjes "uit het niets" kan opwekken? Voor zover ik weet is men nog niet zover maar indien zo, dan wil dat volgens mij zeggen dat dit "niets" in feite toch "iets" is. En hier zou ik een geïnverteerde realiteit willen introduceren. Eigenlijk zoiets als het negatief van de wereld waarin wij leven en waarbij wij dit negatief niet zonder meer kunnen waarnemen. En dan worden de mogelijkheden vrijwel onbeperkt. Dan wordt het verklaren van de big bang wel erg eenvoudig: alle materie en energie van ons universum kwam dan voort uit die geïnverteerde wereld. En dat opent perspectieven meen ik.
Hierboven heb ik al aangehaald dat een singulariteit afmetingen gehad moet hebben, maar als de materie uit een geïnverteerde realiteit zou voortgekomen zijn dan heeft een singulariteit niet noodzakelijk een afmeting. Iets kan dan ontstaan uit het niets.

Laat het duidelijk zijn dat bovenstaande niets meer dan een gedachtenoefening is en dat de meeste fysici dit meewarig zullen afdoen als pure nonsens.
Amen.

OVERZICHT              VORIGE                 VOLGENDE