Zomer
2021 7. We introduceren de BO. De oude Grieken maakten ons vertrouwd met het concept van het atoom. Helaas is nadien de term "atoom" voortijdig opnieuw geclaimd voor iets wat toen wel maar nu bijlange na niet meer aan het concept voldoet. We weten nu dat wat wij een atoom noemen in feite niet het atoom is dat de Grieken in gedachten hadden. Een atoom wordt verondersteld ondeelbaar te zijn en men heeft tot dusver bewezen dat wat wij een atoom noemen toch nog in kleinere stukken kan worden gesplitst. Een atoom is dus niet echt een atoom in de zin zoals de Grieken het voor ogen hadden. Wat nu? Wat we zoeken is iets dat geen lege ruimte is en ondeelbaar is. Hier komt de BO (1). De definitie van een BO is vrij eenvoudig: Alles
wat verschilt van lege ruimte en niet meer op te delen is, is een BO.
Merk op dat deze definitie geen enkele aanwijzing geeft over waaruit een BO is opgebouwd of wat de kenmerken ervan zijn. En omdat een BO per definitie verschilt van de lege ruimte, impliceert dit dat de lege ruimte zelf geen BO kan zijn. En juist dat is, zoals we later zullen zien, een lastige zaak. Een andere lastige zaak is dat we intuïtief aannemen dat een BO wel degelijk een fysieke dimensie heeft. Dit maakt het wat ingewikkelder, zoals we (weerom) later zullen zien. Het is duidelijk dat volgens de definitie BO's er in verschillende maten kunnen zijn, aangezien de grootte als zodanig geen criterium is in de definitie van een BO. Dit betekent dus dat we niet kunnen uitsluiten dat BO's van verschillende grootte mogelijk zijn en dat de kleinst mogelijke BO een nul-afmeting heeft of kan hebben. Lege
ruimte heeft wel degelijk een drie-dimensionale afmeting maar aangezien
een BO altijd wordt ingeperkt door de lege ruimte waarin
hij zich bevindt, is een BO altijd kleiner dan of gelijk aan de grootte
van de lege ruimte waarin het zich bevindt.
Zullen we dit de derde wet noemen? We zullen later zien hoe een BO in de lege ruimte terecht zou kunnen komen, maar omwille van onze huidige redenering nemen we nu maar aan dat er plotseling een BO opduikt in onze lege ruimte. Zoals magie, het is er gewoonweg plots. De grootte van de BO of andere eigenschappen die het zou kunnen hebben, doen er voorlopig niet toe. Wat kunnen we in dit stadium over deze BO zeggen? Niet veel. We kunnen zelfs niet precies aangeven waar het zich bevindt in onze lege ruimte. Het kan overal zijn (en dat is het ook). We hebben geen referentiepunt(en) om het mee te kunnen vergelijken. We kunnen niet zeggen of het beweegt of niet, of het draait of niet. We kunnen zelfs niet bepalen hoe groot het is, want dat zou meten betekenen en dat zou op zichzelf de lege ruimte verstoren. Dus, deze BO zit daar gewoon. Zijn aanwezigheid verandert niets aan de toestand van onze lege ruimte, afgezien van het feit dat de lege ruimte niet meer leeg is. En, afgezien van de BO, die overal kan zijn, hebben we dus nog steeds geen referentiepunten. Onze conclusie is dat een lege ruimte al zijn eigenschappen en kenmerken blijft houden met een BO erin. De lege ruimte zal zich precies hetzelfde gedragen, met of zonder de ene BO die er is. De BO verandert de toestand van de lege ruimte niet. Betekent dit dat een lege ruimte met een BO erin gelijk zou zijn aan een lege ruimte zonder BO erin? Het antwoord is ja en nee, want afgezien van de aanwezigheid van de BO is er helemaal niets veranderd. Alleen kunnen we onze lege ruimte beter niet meer leeg noemen, dus laten we het nu een "BO-ruimte" noemen. En, let wel, aangezien er niets veranderd is, zou een lege ruimte "gelijk zijn aan" een BO-ruimte, niet "identiek aan". Beide kanten van de vergelijking zijn in evenwicht, dus: lege ruimte = BO ruimte, maar lege ruimte ≢ BO ruimte. Een lege ruimte kan een BO-ruimte bevatten zoals een BO-ruimte een lege ruimte kan bevatten. Ik denk dat je nu wel kan zeggen dat je in de war bent. Ik in ieder geval wel. (1) Vergeef me de naamgeving voor de BO, maar omwille van gebrek aan inspiratie en een teveel aan ijdelheid kwam dit naar voor. Meer weten? Klik dan hieronder op "VOLGENDE". OVERZICHT VORIGE VOLGENDE |