Zomer 2021

    8. We introduceren een tweede BO in een lege ruimte.

Het verhaal begint leuker te worden. We hebben een lege ruimte, die door de introductie van een BO erin gewijzigd werd in een BO-ruimte. De eigenschappen van deze BO-ruimte zijn gelijk aan die van een lege ruimte.
Met die ene BO echter zijn we niet veel verder, dus we gaan een tweede BO in diezelfde BO-ruimte introduceren.

Weerom magie: we hebben nu twee BOs in de BO-ruimte. Wat is daar het gevolg van?
Antwoord: zolang die twee BOs onbeweeglijk ten opzichte van mekaar blijven verandert er niets en blijven de eigenschappen van deze BO-ruimte gelijk aan die van een lege ruimte. Het enige wat we kunnen zeggen is dat er wellicht een bepaalde afstand bestaat tussen beide en dat de ene misschien roteert ten opzichte van de andere, maar echt meer is daar niet van te zeggen.
Zo lang beide BO's onbeweeglijk zijn ten opzichte van mekaar verandert er niets in de BO-ruimte. Het enige wat we weten is dat er twee BO's aanwezig zijn.

Het wordt wat interessanter wanneer de BOs bewegen ten opzichte van mekaar (onthou dat bewegen ten opzichte van de BO-ruimte zinloos is).
Er zijn in dat geval maar twee bewegingen mogelijk: lineair en rotatief.
De lineaire beweging bestaat uit het vergroten of verkleinen van de afstand tussen beide BOs.
De rotatieve beweging bestaat er uit dat één of beide BO's ten opzichte van mekaar roteren. Het is in deze omstandigheden echter onmogelijk om vast te stellen welke BO ten opzichte van de andere roteert of dat ze beide roteren want buiten deze twee BOs zijn er geen referentiepunten.
Beide beweginbgen wijzigen niets aan de BO-ruimte, maar we kunnen in geval dat de BOs onderhevig zijn aan één of beide bewegingen niet meer stellen dat de BO-ruimte gelijk is aan een lege ruimte.

Maar, beste lezer, we hebben nu het begin van een heel eenvoudige klok.
De klok op zich is niet heel accuraat omdat er een repetitief patroon mogelijk is. Bij de rotatie is dit makkelijk te vatten omdat er maar een eindig aantal posities mogelijk zijn tusen beide BOs. Hou hierbij in het achterhoofd dat de BOs ondeelbaar zijn en dus in feite maar in een beperkt aantal posities ten opzichte van mekaar kunnen staan (welk is de kleinst mogelijke rotatie?).
Bij een lineaire beweging zijn er meer mogelijkheden. Wanneer de BOs van mekaar weg en weer naar mekaar toe bewegen is het aantal mogelijke posities ook eindig, maar groter dan bij alleen een rotatie. Zouden beide BOs continu van mekaar weg bewegen dan dienen we de eerste wet in te roepen. Vanaf een bepaalde afstand wordt de afstand tussen beide BOs irrelevant want dan begint oneindigheid en kan er niet meer gemeten worden wat de precieze afstand is tussen beide BOs.

Echter, wat we nu vastgesteld hebben is dat de klok enkel werkt als er een beweging is tussen beide BOs onderling. Wanneer alles statisch blijft dan is er geen klok en dus bestaat 'tijd' nog niet. De klok begint pas te tikken bij beweging, waaruit we een erg belangrijke wet kunnen afleiden:

Tijd krijgt pas betekenis door beweging.
Zonder beweging staat de tijd stil.
Er is dus een rechtstreeks verband tussen tijd en beweging.


Dit is dan de vierde wet, en deze is van fundamenteel belang.
Waaruit ik wil afleiden dat tijd een rechtstreeks gevolg is van entropie.
En dat dit best "elementaire entropie" genoemd wordt, want er is hier enkel sprake van beweging, er zit geen warmte- of energie component in.

Een wat algemenere vorm van de vierde wet kan men dus formuleren als:

Tijd is een rechtstreeks gevolg van elementaire entropie.

Meer weten? Klik dan hieronder op "VOLGENDE".

OVERZICHT              VORIGE                  VOLGENDE