Time
has fallen asleep in the afternoon sunshine (Alexander Smith - Essays written in the
Country - 1863).
In de zomer van 2021 had ik in mijn dagboek al uit de doeken gedaan wat
mijn bevindingen zijn in verband met het begrip “tijd”. Ik ga dat nu
hier bundelen want het is niet echt een onderdeel van mijn dagboek te
noemen.
Het begrip "tijd" is zowat het vreemdste dat we kennen.
We kunnen vaststellen dat voor ons, zoals wij de tijd percipiëren, het
iets
is waarvan we zeker van zijn dat het bestaat, maar dat wanneer we
er wat dieper op ingaan vaststellen dat er niet echt een plausibele
verklaring voor bestaat. Ik ben niet de eerste die er over filosofeert
en ik zal zeker ook niet
de laatste zijn.
We stellen vast dat minuten, uren en dagen voorbijgaan
en we ondertussen ouder worden. En dit is volgens onze perceptie een
proces dat zich in slechts één richting voortbeweegt. We gaan altijd
van het heden naar de toekomst. Vaak zouden we wensen dat we de tijd
zouden kunnen terugdraaien, maar daar is tot op heden nog nooit iemand
in geslaagd. En ik vrees een beetje dat we daar ook nooit gaan in
slagen.
Het is niet zo dat ik op een ochtend wakker werd en dat het me plots
allemaal daagde. verre van. Ik geloof zelfs dat ik er meer dan veertig
jaar over gepiekerd heb. En misschien was dat zelfs nog niet genoeg.
Maar al mijn gepieker heeft me wel tot enkele conclusies geleid.
Vreemde en onverwachte conclusies zelfs.
Van in het begin kwam ik erachter dat tijd en oneindigheid onlosmakelijk met
elkaar verbonden zijn. Verbonden, dat wel, maar die twee zaken zijn
zeker niet identiek. Oneindigheid kent per definitie geen einde, maar ik meen
te kunnen aantonen dat het wel een begin heeft.
Tijd daarentegen zou wel eens een begin en een einde kunnen hebben. We
gaan voor de goede orde
en om ergens te kunnen starten wel even moeten veronderstellen dat er
effectief een beginpunt was en dat het eindpunt quasi zeker bijna
oneindig ver van ons verwijderd is. Er zijn dus parallellen maar ook
tegengestelden te vinden tussen de twee.
Wanneer je bovenstaande leest denk ik dat je het in Keulen hoort
donderen. Het houdt allemaal geen steek, of je begrijpt misschien zelfs
helemaal niet waar ik het over heb. Maar als je interesse nu gewekt is,
lees dan het hele verhaal. Je zal merken dat het steekhoudend is.
Tenminste, voor mij is het dat toch.
En ja, ook ik kom op een punt dat het niet duidelijk is of er een
begrijpbare verklaring voor is. De mensheid heeft sinds zijn ontstaan
daarom teruggegrepen naar een hogere macht. Die hogere macht wordt alle
kennis toegedicht en daarmee kan je alle problemen die zich stellen
verklaren. Ik grijp in mijn betoog niet terug naar die hogere macht,
maar je zal merken dat ik niettemin opening laat naar dat wat deze weg zou kunnen ondersteunen. Een beetje agnostisch. Dat
is het punt dat ieder voor zichzelf moet beslissen welke kant je het
wil laten uitgaan. Mijn kennis in ieder geval is ontoereikend om je op
dat punt in de juiste richting te duwen en ik vrees dat ook de wetenschap hier nog geen afdoend antwoord op kan geven.
Het goede nieuws, voor mij althans, is dat alle nieuwe vondsten, ontdekkingen en de
reeds bestaande kennis op het gebied van deeltjes en van astronomie,
voor zover ik kan nagaan, naadloos aansluiten bij wat ik voorstel. Er
is
in feite slechts één punt waarop ik afwijk van de gangbare theorieën.
Nogal fors zelfs. En nu wil ik mezelf niet verheffen tot het niveau van de heer Einstein,
maar ik kom wel in zijn vaarwater terecht en op één punt moet ik hem
tegenspreken. Hij stelt in zijn algemene relativiteitstheorie (ART) dat
tijd geen constante is en ik beweer dat het dat wel is. En toch komt
mijn redenering naadloos overeen met de ART van Einstein mits men
rekening houdt met een kleine, maar uiterst belangrijke nuance.
Het punt is dat ik meen te kunnen aantonen dat tijd een (quasi) constante is,
maar dat klokken dat helemaal niet zijn. De kronkel zit hem hierin dat klokken
perfect de ART volgen, maar dat klokken op zich niets met tijd te maken
hebben. Een klok is het meetinstrument en tijd is de grootheid die
ermee gemeten wordt. Dat zijn twee totaal verschillende dingen. Je kan
het vergelijken met de wagen waarin je rijdt. Je kan op de
snelheidsmeter zien hoe snel je rijdt, maar de snelheidsmeter zelf beïnvloed
die snelheid niet. De indicatie op de snelheidsmeter wijzigt in functie
van de snelheid die je maakt en niet omgekeerd.
Tijd wijkt af van het begrip oneindigheid omdat oneindigheid een
zuivere constante is en tijd is dat net niet. Spreek ik mezelf nu niet tegen?
Wanneer je tijd zou
willen voorstellen als een waarde, naar analogie met het getal Pi, dan
is het aantal cijfers na de komma van Pi oneindig groot en dat van tijd
net niet, maar het komt er wel aardig dicht bij. Je kan tijd dus in een bijna oneindig aantal kleine
stukjes verdelen. Veel kleiner dan wat we ons zelfs maar kunnen
voorstellen. En het is precies omdat tijd net niet voor de volle 100%
constant is dat de wereld werkt zoals die werkt. Maar dat "net niet constant" heeft niks te maken met de ART.
Even
een praktisch voorbeeld nu. Twee wagens rijden op mekaar af en ze
gaan botsen. Als tijd een pure constante zou zijn dan zouden ze nooit
botsen want we zouden de tijd die nog resteert voor de impact
plaatsvindt steeds maar kunnen blijven verkleinen. En toch botsen ze,
want er komt een punt waarop we de tijd niet meer kunnen verkleinen en
dat is het moment van impact. Ik stel dit wat eenvoudiger voor dan wat
er in werkelijkheid gebeurt, maar het geeft je wel een idee van welke
kant ik op wil gaan. En in plaats van twee autos te gebruiken in ons
voorbeeld, vervang die nu eens door twee protonen of door twee
electronen, dan houdt het voorbeeld al wat meer steek en het ligt in
lijn met de quantum fysica zoals we die tegenwoordig kennen.
Voor de liefhebbers onder jullie even dit: het maakt de paradoxen van
Zeno van Elea eenvoudig oplosbaar. Daar is geen hogere wiskunde voor
nodig.
Dat brengt ons bij de wiskunde. Een ander delicaat punt dat ik bespreek
is de rol van de wiskunde in fysische processen. Kort gesteld zeg ik
dat wiskunde op zich een exacte wetenschap is (moet je niet aan
twijfelen), maar dat het verloop van fysische processen maar deels als
een exacte wetenschap kan beschouwd worden. Je kan zo bv met de
Newtoniaanse wetten de vergelijkingen van de processen in een
deeltjesversneller niet opstellen. Voor dat laatste is
quantum-mechanica nodig. Het komt er dus op neer dat we de wiskunde
gebruiken om bij benadering het verloop van een proces te voorspellen.
Voor de meeste toepassingen is dit (ruim) voldoende, maar wanneer je de
zaken op sub-atomair vlak gaat bekijken dan stel je vast dat je andere
formules nodig hebt om die processen voorspelbaar te maken. De set
vergelijkingen die je kan gebruiken om voorspellingen te doen van
fysische processen hangt af van de graad van nauwkeurigheid die ervoor
vereist is. Dingen reageren op quantum-mechanish vlak nu eenmaal anders
dan op Newtoniaans vlak. Hoe gedetailleerder je de dingen gaat
beschouwen hoe meer het procesverloop gaat afwijken van wat we met onze
zintuigen kunnen vaststellen. En hier is het dat het begrip
oneindigheid om de hoek komt kijken.
Tracht even mijn redenering te volgen in de hiernavolgende hoofdstukjes. Ik
ben me ervan bewust dat niet alles wat ik neergeschreven heb altijd
even duidelijk zal zijn. Mijn zoon heeft me ooit gevraagd om mijn
redeneringen op schrift te zetten voor iemand met het mentaal niveau
van een 12-jarige. Dat is volgens mij onmogelijk, maar ik heb wel mijn
best gedaan om alles zo simpel mogelijk voor te stellen. Je gaat je
evenwel moeten inleven in mijn voorstelling van zaken. Je moet het niet
zo nodig altijd met me mee eens zijn want we dienen alles altijd met
een kritische en open geest te beredeneren. Maar als je niet begrijpt
waar ik het over heb dan wordt het wel erg moeilijk om te volgen.
Een basisprincipe in hetgeen ik bespreek is entropie. Als het
begrip entropie bij jou geen belletje doet rinkelen, beschouw het dan
als de pure chaos der dingen. Waar het op neer komt is dat er zonder
entropie geen tijd bestaat of tenminste dat de tijd dan stilstaat. Als
er geen entropie is dan ontbreekt de klok want entropie
is de
klok en maakt dat het ene moment van het andere onderscheiden kan
worden. Niet dat dit laatste een noodzaak zou zijn voor eender welk
proces, maar zonder de klok vindt er ook gewoonweg geen proces plaats.
En
die klok, dat is de universele klok, die altijd en overal gelijkloopt.
Mijn conclusie wil ik je alvast meegeven: tijdreizen naar het verleden
is helemaal niet mogelijk en tijdreizen naar de toekomst is slechts schijnbaar
tijdreizen (tijd en klokken zijn twee verschillende dingen, nietwaar).
Veel leesplezier!
Het
heeft werkelijk niet
veel om het lijf
It
is impossible to gaze upon "facts" without interpretation. All
historians come to their investigations with selective criteria of
judgment forged by both acknowledged and unrecognized predisposed
interests and cultural assumptions. There is absolutely no objective
place to stand. As long as we recognize our limitations of method and
resist equating our own reconstructions with an absolute truth we can
at least seek to approximate a standard for best evidence.
Excerpt from The Jesus dynasty - by James D. Tabor
WAARSCHUWING:
Wat ik opteken in de hiernavolgende pagina's is enkel en alleen mijn
mening. Niets van wat hier volgt is voorlopig en bij mijn weten
(voldoende)
wetenschappelijk onderbouwd.
update 25 april 2022: er zijn sterke
signalen dat mijn fantasie dan toch wetenschappelijk
ondersteund wordt...(ik
begin op een roze wolk te leven)
- Wat u, lezer, leest en ervan wil geloven is geheel en al
voor uw eigen rekening.
- Deze pagina's maken zeer zeker geen onderdeel uit van
Scientology.
- Het ligt niet in mijn bedoeling om een nieuwe geloofsleer
te starten. Ik ben uw goeroe niet.
Maar, anderzijds, wie een beetje nadenkt over wat ik hier neergepend
heb zou wel eens tot dezelfde conclusies kunnen komen. Of net niet.
Heb je geen zin om je hersenen te gebruiken of wat te lezen dan is nu
het juiste ogenblik om deze
pagina af te
sluiten. Vergeet dan dat je dit ooit gezien hebt.
Laat het van in het begin duidelijk zijn dat ik ten opzichte van u,
argeloze lezer, vaak wellcht (te) grote passen neem. Ik ben me er heel
goed van bewust dat verschillende passages meer dan waarschijnlijk best
wat uitgebreider mochten zijn.
Wie zich tijdens het lezen in de steek gelaten voelt kan altijd een
poging wagen en een email sturen naar Jef met de Bef. En
wie weet, misschien dat Jef je ook een antwoord terug gaat sturen.
De eerste stap is een imaginaire toestand (daar gaan we dan) waarvan we
moeten aannemen dat dit ooit ergens een beginpunt is geweest.
Deze pagina gaat over niets. Dat dien je erg letterlijk te nemen en
het concept is een tikje gecompliceerder dan het op het eerste zicht
lijkt.
Niets is niets zal je denken, en dat is ook zo, maar het is moeilijk,
zo niet onmogelijk om dit in te passen in ons wereldbeeld.
Toch is het een noodzakelijk startpunt, hoewel het best mogelijk is dat
dit startpunt er nooit geweest is op de manier waarop wij dingen
waarnemen. Klinkt moeilijker dan het is. Volg even met me mee.
Wanneer we even filosoferen over het begrip "niets" dan komen we al
snel tot een contradictie.
Mijn hand is leeg, dus ik heb niets in mijn hand. Maar mijn hand is
daar nog, dus hoewel mijn hand leeg is is wat er rond het "niets" zit
helemaal niet leeg.
Hetzelfde geldt voor eender welke plaats in het
heelal. Er is steeds wel iets in de buurt waardoor we niet kunnen
zeggen dat er niets is. We gaan dus een denkbeeldige tocht moeten maken
naar buiten ons heelal. Hoe ver? Wel, zo ver als je verbeelding je
toelaat.
We moeten er voorlopig van uit gaan dat er buiten ons heelal niets
is. Enkel maar leegte. En we blijven ons verder en verder verwijderen
van ons heelal. Tot ons heelal nog een nietig puntje ergens in de verte
is. En
van daar gaan we nog enkele miljarden keren dezelfde afstand afleggen.
Steeds verder verwijderd van ons heelal. Tot we ons heelal echt niet
meer kunnen waarnemen. We zijn nu op een punt beland dat we zouden
kunnen beschouwen als lege ruimte. Eender welke kant we op zouden gaan,
er is niets.
Jullie begrijpen al dat we nog een stap verder moeten zetten. Het feit
dat we haast oneindig ver weg zijn van ons heelal betekent niet dat het
er niet meer is. Het is er nog steeds. En nu dienen we even een knop om
te draaien en ook ons heelal weg te denken. Voor onze gedachte-oefening
is het heelal er vanaf nu niet meer. Er bestaat niets meer. We zijn nu
in een
erg bijzondere situatie belandt.
Op dit ogenblik bestaat er ook geen richting meer. Ongeacht waar we ons
naartoe draaien en een pas in die richting zetten, het maakt geen enkel
verschil uit. Meer nog, we weten zelfs niet of we ons draaien en of we
in een bepaalde richting gaan. Er zijn gewoonweg geen oriëntatiepunten
meer.
We zijn nu in een lege ruimte aanbeland en daar is niets. Echt niets.
Dus geen gezeur meer over de Minkowski ruimte, het vacuüm, de Hilbert
ruimte of welke lege ruimte je ook voor ogen mag hebben. Lege ruimte in
ons gedachtenexperiment is werkelijk leeg. Er is daar niets, helemaal
niets. Geen zwaartekracht, geen straling of golven of krachten van
welke aard
dan ook, geen deeltjes, geen wat dan ook.
En dat is een echt vreemde plek.
En nu werpt het begrip "oneindigheid" zich op.
In het lijstje hieronder kan je op de links klikken om verder te gaan.
Er komen eerst een paar definities waarop het verhaal gebaseerd is en
dan volgt een filosofische beschouwing van wat oneindigheid is en hoe
tijd ontstaat. Die definities leiden dan weer naar wat ik als wetmatigheden beschouw en dus heb ik ze omgezet naat natuurwetten.
|